Deze aflevering wordt mede mogelijk gemaakt door Dakzaken
Mijn gast Gertjan Martens: Bioloog en biologiedocent en studentcoach aan faculteit Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam en "7e" Dan houder Wado-Ryu Karate. Tevens Amsterdammer in hart en nieren.
Gert-Jan Martens, geboren en getogen Amsterdammer, vond al vroeg zijn weg naar de natuur. Biologie werd zijn passie, een bron van verwondering en houvast. Hij ontdekte dat leren niet gaat in grote sprongen, maar in kleine stapjes: 'een millimeter werkt ook'. Als docent bracht hij dat over op zijn studenten, steeds luisterend, steeds reagerend op wat zij inbrachten.
Zijn jeugd kende strijd. Ouders die worstelden met hun eigen problemen, een moeder die zorg bood maar moeite had met liefde. Het leerde Gert-Jan om los te laten en zich te richten op het hier en nu. Zen-boeddhisme en de Japanse levenskunst ichigo-ichie – volledig aanwezig zijn in het moment – werden leidende principes.
Verdrietige momenten horen er net zo goed bij als de gelukkige, maar je blijft er niet in hangen.Die houding bracht hem ver in zijn vak. Zijn hyperfocus maakte hem een bevlogen spreker en docent. Al tijdens spreekbeurten op de lagere school wist hij klasgenoten te boeien met schelpen en taxonomie. Later, als biologieleraar en docent aan de Hogeschool van Amsterdam, combineerde hij passie met didactische scherpte. Zijn kracht was altijd: aansluiten bij de belevingswereld van de student, om die vervolgens mee te nemen naar een ander niveau.Tegelijkertijd bleef hij kritisch op het onderwijs.
Curriculumvernieuwingen kwamen en gingen, maar voor Gert-Jan moest de kern altijd overeind blijven: echte ervaringen, verwondering, duurzaamheid. Biologie moest niet alleen kennis overdragen, maar ook bewustzijn scheppen over de kwetsbaarheid van de aarde. Hij zag met zorg hoe economie vaak boven ecologie werd geplaatst. 'Je gaat dood met een pot goud in je handen, maar je bent dood.
'Excursies waren hoogtepunten in zijn loopbaan. Van Marokko, waar studenten fossielen in hun handen hielden en zo de geschiedenis van de aarde zelf konden lezen, tot zijn droom om ooit de Antillen te bezoeken voor onderzoek naar koraalriffen. Voor hem was leren altijd ervaringsgericht: door de natuur zelf te zien, te voelen, te beleven.
Uitdagingen zag hij vooral in de maatschappelijke context. Klimaatverandering, misinformatie, verrechtsing – hij maakte zich zorgen. Toch bleef hij optimistisch. Onderwijs, zo geloofde hij, kan de wereld veranderen. Niet door politiek, maar door elke nieuwe generatie een kompas mee te geven.
Zijn levenshouding – loslaten, verwonderen, volledig aanwezig zijn – maakte dat hij met mildheid en geduld lesgaf. Van studenten leerde hij minstens zoveel terug: geduld, sociale vaardigheden, de kunst om steeds opnieuw te kalibreren.
Belangrijkste uitspraken en adviezen
- “Het leven gebeurt nu. Als je het nu niet leeft, mis je het voor altijd.”
- “Leren gaat in kleine stapjes. Een millimeter werkt ook.”
- “Je moet altijd beginnen bij de belevingswereld van de ander, en vandaaruit richting geven.”
- “Vergeet het goud. Zet in op duurzaamheid.”
- “Onderwijs verandert de wereld, niet de politiek.”
- “Geduld – dat is misschien wel het belangrijkste dat ik van studenten heb geleerd.”
- “Verwondering is de kern van leren. Zonder verwondering geen echte kennis.”