Stadsdeelvoorzitter Emre Ünver en zijn adviseur Tofik Dibi: ‘Amsterdam Nieuw-West is hot shit nu’
Ze waren boze jonge activisten uit Amsterdam Nieuw-West. Vijftien jaar later zijn Emre Ünver en Tofik Dibi respectievelijk voorzitter en bestuursadviseur van het stadsdeel – waar sociale tegenstellingen op de vierkante meter zichtbaar zijn.
Tekst Menno van den Bos
Halverwege de jaren nul reisden twee studenten door het hele land achter toenmalig minister van Integratie Rita Verdonk aan. Ze waren lid van de activistische migrantenorganisatie HTIB en eisten bij elk debat en elke bijeenkomst waar Verdonk verscheen de microfoon op. Insteek: weerwoord geven tegen Verdonks harde beleid – zo nodig schreeuwend. Na een tijdje begon ‘IJzeren Rita’ de twee angry young men te herkennen. En vriendelijk gedag te zeggen. ‘Ik dacht: jezus man, ze groet me, nu kan ik niet meer schreeuwen.’
Aan het woord is angry young man één: Emre Ünver, inmiddels 37 en namens GroenLinks voorzitter van Amsterdam Nieuw-West. Eerder, tussen 2006 en 2018, was hij raadslid voor de PvdA en korte tijd Tweede Kamerlid. Angry young man twee is Ünvers jeugdvriend Tofik Dibi, nu 38. Dibi was tussen 2006 en 2012 Kamerlid van GroenLinks en is sinds oktober bestuursadviseur van het stadsdeel, en daarmee Ünvers rechterhand.
HET SPEEKSEL VAN AL MIJN VRIENDEN
Op een woensdagochtend zit Emre Ünver op de zevende verdieping in het Tuinstadhuis, het stadsdeelkantoor van Nieuw-West in de wijk Slotermeer. De stadsdeelvoorzitter, in grijs pak, neemt nog wat documenten door en werkt zijn derde kop koffie van de dag weg.
Tofik Dibi, denim jack en sneakers, komt een half uur na de afgesproken tijd binnen. ‘Hallooo,’ zegt hij met een verontschuldigend lachje. ‘Typisch dit,’ zegt zijn baas gespeeld verontwaardigd.
Vanaf deze verdieping is het stadsdeel een lappendeken van rechthoekige wijken met veel groen: zogeheten tuinsteden, die in de jaren vijftig en zestig werden gebouwd naar ontwerp van architect Cornelis van Eesteren. Samen vormen deze tuinsteden, waaronder Geuzenveld, Slotervaart en Osdorp, tegenwoordig het grootste stadsdeel van Amsterdam. Met een kleine 160.000 inwoners (van wie de helft van niet-westerse afkomst) is Nieuw-West in inwonertal vergelijkbaar met Den Bosch of Amersfoort.
‘We deelden wat we hadden. Een blikje cola van 3ES of River, waar je tanden van uit je mond vallen, werd door vijf man opgedronken.’
Emre Ünver groeide op in Geuzenveld. Achter hem staat een foto van de steunbetuiging aan de in coma geraakte jonge Ajax-voetballer Abdelhak Nouri in deze wijk in 2017. Nouri’s vader staat daarop met huilend en met gespreide armen in een open auto die door een mensenmassa wordt gereden. ‘Dit was verbinding ten top,’ zegt Ünver. ‘Alle verschillen werden hier doorbroken. Er waren zelfs Feyenoord-supporters.’
Dibi, geboren in Vlissingen, woonde van zijn negende tot na zijn periode als Kamerlid met zijn moeder en broers in Slotervaart. Momenteel woont hij tijdelijk bij zijn broertje, want hij is een huis aan het kopen. Iets dat hem emotioneert. ‘In mijn familie heeft bijna niemand een huis, ik ben een van de eersten die dat kunnen doen.’
UIT 2011Thuis bij Kamerlid Tofik Dibi: ‘Ik wíl helemaal niet alleen wonen’2 juli 2011
Toen Dibi en Ünver jong waren, werd Nieuw-West gezien als een no-go-area. De armoede was er extreem. Ünver: ‘Ik had vriendjes die zonder broodtrommel naar school kwamen. We deelden wat we hadden. Een blikje cola van 3ES of River, waar je tanden van uit je mond vallen, werd door vijf man opgedronken. Ik heb het speeksel van al mijn vrienden binnen gekregen.’
Nog altijd is de armoede er heviger dan in de rest van Amsterdam. ‘Als de pakjes appelsap bij Dirk van den Broek die week 30 cent goedkoper zijn, gaat er een WhatsApp door de wijk om appelsap in te slaan.’ Ook qua criminaliteit, eenzaamheid en het aantal ongeschoolden loopt het stadsdeel in negatieve zin voorop. Plofkraken zijn bij vlagen wekelijkse kost.
Maar er verandert iets: de koopkracht groeit en het aantal criminele jongeren daalt. Ook raakt het stadsdeel steeds meer in trek bij wie de huren elders in de stad niet kan betalen of aangetrokken wordt door de ruimte en het groen, waardoor yuppen en jonge gezinnen er in opmars zijn. Het stadsdeel moet in hoog tempo woningen bijbouwen. ‘Nieuw-West is hot shit nu,’ zegt Dibi. ‘Onvergelijkbaar met hoe het in onze jeugd was.’
Terwijl het stadsdeel uitdijt, komt de sociale cohesie die het duo in hun jeugd ervoer onder druk te staan. ‘Ik durf te zeggen dat de polarisatie hier is toegenomen,’ zegt Ünver. Dat hangt volgens hem samen met het feit dat de bewoners van Nieuw-West in bubbels leven en dat het aantal ‘zwarte scholen’ groeit. ‘Tofik en ik kwamen laatst een oud-leraar van ons tegen. Die zei: jullie waren de laatste generatie die nog divers was.’
Blijf vrij van geest. Lees onze nieuwsbrief.Ontvang de beste verhalen van Vrij Nederland twee keer per week in je mail. In elke nieuwsbrief ontvang je één artikel helemaal gratis.Ja, dit wil ik >PLEIN 40-45
Nieuw-West is een vergrootglas voor maatschappelijke tegenstellingen in Nederland. Bij de Provinciale Statenverkiezingen van maart werd DENK de grootste, maar in wijken als Geuzenveld en Osdorp scoorde ook Forum voor Democratie bovengemiddeld. Ook GroenLinks werd groot, al is de partij hier niet zo oppermachtig als in de rest van Amsterdam.
‘Ik stond gister in de Primera,’ zegt Dibi, ‘en zag daar als het ware DENK-, PVV/Forum- en GroenLinks-stemmers bij elkaar. Je voelt de spanning: ze willen eigenlijk relaxed doen tegen elkaar, maar er is iets wat dat tegenhoudt. Ze zijn bang voor elkaar.’
‘Samen een hapje eten brengt je dichter bij elkaar. En als je elkaar leert kennen, kun je ook meer van elkaar hebben.’
Op 5 mei werd er voor het eerst een zogeheten vrijheidsmaaltijd gehouden in Nieuw-West. Op Plein 40-45, aan de voet van het Tuinstadhuis, verzorgden lokale ondernemers een multicultureel feestmaal. ‘Samen een hapje eten brengt je dichter bij elkaar. En als je elkaar leert kennen, kun je ook meer van elkaar hebben,’ zegt Ünver.
Het stadsdeelbestuur probeert zo veel mogelijk ontmoeting en ‘verbinding’ tussen groepen te faciliteren. ‘Al is het maar om de emoties te uiten. Dan is het tenminste out there.’ Die emoties kunnen in kleine dingen schuilen, heeft Ünver geleerd in zijn eerste jaar als voorzitter – zo deed het vertrek van een Hollandse kaasboer autochtone bewoners pijn. Overigens lopen de scheidslijnen niet per se alleen tussen autochtonen en allochtonen. Dibi: ‘Het is verdeeld in meer groepen: Turken met Turken, Marokkanen met Marokkanen, Surinamers met Surinamers.’
EEN ZACHTE JONGEN
Emre Ünver en Tofik Dibi belandden in de derde van het vwo bij elkaar in de klas. Ünver was opstandig en had een probleem met gezag, maar haalde wel de cijfers die hij moest halen. Dibi had meer interesse in popcultuur dan in huiswerk. Ook zat hij nog diep in de kast. ‘Mijn vrienden wisten wel dat er iets was, maar ze vroegen er niet naar, en ik wilde dat ook niet.’ Ünver: ‘Toen-ie bij mij in de klas kwam, zei ik: hij is een zachte jongen. Dat was mijn manier om te zeggen: it’s good. Ik was niet homofoob, ik kende alleen geen manieren om erover te praten.’
Hun band verdiepte zich in hun studententijd. Ünver werd lid van HTIB, een linkse Turkse arbeidersvereniging waarin zowel gevluchte intellectuelen als gastarbeiders zich organiseerden. Dibi wilde er ook bij, maar volgens de statuten moesten leden uit Turkije afkomstig zijn. Ünver: ‘Ik begon vragen te stellen: “Wat is dit voor onzin?” Toen zijn de statuten gewijzigd omdat ik deze Marokkaan erbij wilde hebben.’
‘Aboutaleb zegt altijd: ik ben op de ezel hierheen gekomen. Maar ik heb zulke associaties helemaal niet. Ik ben geboren in Amsterdam.’
De manier waarop de vereniging rond de Turkse migratie-identiteit was georganiseerd ervoer Ünver als achterhaald. ‘Aboutaleb zegt altijd: ik ben op de ezel hierheen gekomen. Maar ik heb zulke associaties helemaal niet. Ik ben geboren in Amsterdam.’ De nederige houding van hun ouders – Dibi’s moeder fluisterde hem altijd toe dat hij zich moest gedragen, want ‘wij zijn hier te gast’ – is door de zonen afgeworpen.
De twee jonge HTIB-leden vielen al snel op in Amsterdamse politieke kringen. Op bijeenkomsten werd hun gevraagd de ‘stem van de straat’ te vertegenwoordigen. Broodje shoarma vooraf. ‘Als ik terugkijk, werd ik vooral gelokt met warm eten,’ zegt Ünver. ‘Tofik was eerst schuw, tot hij een paar keer zo on was, dat hij er zelf van schrok. Op een gegeven moment gingen mensen in de zaaltjes zeggen: geef Tofik die microfoon maar.’
‘Ik was daarvoor totaal niet politiek bezig,’ zegt Dibi. Ünver: ‘Je was altijd met kattenkwaad bezig.’ Dibi: ‘En proberen te spijbelen en rellen.’ Ünver: ‘Niet alleen proberen, man. Maar jij werd altijd gepakt, ik niet.’ Dibi: ‘Ik ben heel transparant.’
RAUWHEID
Nadat Ünver werd ‘gescout’ door de PvdA belandde hij op zijn 24ste op een raadszetel in de Stopera. ‘Ik weet nog dat ik mijn vader geld moest vragen om een pak te kopen. Ik heb het eerste jaar zó rondgelopen,’ – hij staat op en neemt een stijve houding aan – ‘omdat ik dat pak niet wilde kreuken.’
Het pak veranderde hem. ‘Ik ging dezelfde taal bezigen als de mensen tegen wie ik altijd schopte. Overdreven nuanceren: “Het is complex”. Voor je het weet, dien je moties in omdat je moties wilt indienen,’ blikt hij terug. ‘Ze pakken daar het rauwe van je af. Waarmee je je grootste asset kwijtraakt.’
‘Wie denk je dat je tegenover je hebt? De volgende keer dat ik hier ben, kom ik voor je huis. Denk jij dat je hierna in Amsterdam nog een huis kunt vinden?”
Als stadsdeelvoorzitter probeert Ünver die rauwheid weer op te roepen. Hij is in zijn element als hij met de politie meegaat om bij overlastgevers aan te kloppen. ‘Dan zeg ik: “Ik kom hier niet zomaar. Wie denk je dat je tegenover je hebt? De volgende keer dat ik hier ben, kom ik voor je huis. Denk jij dat je hierna in Amsterdam nog een huis kunt vinden?” Ik weet wat ze raakt, want ik weet wat mij vroeger raakte.’
Rond dezelfde tijd dat Ünver in de raad kwam, werd Dibi als nummer 7 van GroenLinks de Tweede Kamer ingestemd. Terwijl Ünver zich ontwikkelde tot een klassieke sociaaldemocraat, was Dibi als Kamerlid eerder gericht op vrij(zinnig)heid, iets dat hij deelde met toenmalig partijleider Femke Halsema. Hij groeide uit tot een spraakmakend Kamerlid, maar het stoorde hem dat hij vooral naar voren werd geschoven als het ging over islam en integratie. (‘Ik werd de token-Marokkaan’, zei hij in 2015.) Inmiddels heeft hij zijn politieke ambities voorgoed laten varen. ‘Die vraag wil ik echt killen. Ik ben hier voor Emre gekomen en ik blijf met hem.’
‘Ja, we gaan klappen krijgen, maar we doen het samen.’BICULTURELE QUEERS
Twee weken later. Tofik Dibi logt in op zijn computer op de afdeling Bestuursondersteuning. Het wordt een relatief rustige dag, zegt hij, want er zijn ‘slechts’ drie vergaderingen. In het begin verloor hij zich in de drukte van zijn nieuwe baan – waarnaast hij ook nog een documentaire wilde maken over de homoscene. Eerder zegde hij drie keer een afspraak voor dit stuk af, achtereenvolgens vanwege drukte, drukte, en ziekte (als gevolg van drukte).
Vandaag werkt hij aan de vrouwenagenda van het stadsdeel. Een probleem met hoge prioriteit is exposing: het via WhatsApp en sociale media verspreiden van in vertrouwen verstuurde naaktfoto’s van vrouwen en meisjes. Iets dat extra impact heeft binnen schaamteculturen, legt Dibi uit. Sinds kort rijdt in het stadsdeel de zogeheten Meidenbus rond waar jonge vrouwen een luisterend oor vinden.
Emre Ünver overlegt die ochtend langdurig met zijn twee collega’s Erik Bobeldijk (SP) en Ronald Mauer (D66), met wie hij het dagelijks bestuur van Nieuw-West vormt. Na afloop loopt hij uitgelaten op zijn bestuursadviseur af. Die legt hem een verzoek voor van een organisatie van ‘biculturele queers’ die in Nieuw-West bijeenkomsten willen organiseren. ‘Faciliteren we graag,’ zegt Ünver. ‘Ik wil ook de koppeling maken met ongedocumenteerden en statushouders.’
‘Het gesprek ging door merg en been. Ze vertelden me dat een meisje op de grond spuugde toen ze hen zag. In de context van het Midden-Oosten is dat zo’n disrespect.’
De combinatie van seksuele identiteit en migratie-achtergrond kan relevant zijn. In de wijk Osdorp werden twee Syrische transgenderjongens gepest en fysiek lastiggevallen. Na een seintje van een ambtenaar gingen Ünver en Dibi er langs. ‘Dat gesprek ging door merg en been,’ zegt Ünver. ‘Ze vertelden dat een meisje op de grond spuugde toen ze hen zag. In de context van het Midden-Oosten is dat zo’n disrespect. Zó’n disrespect.’ Hij zucht. Dibi: ‘Ze zeiden ook iets wat ik vroeger zelf ook voelde: zodra ze met de tram voorbij Lelylaan waren (de ov-halte waar Nieuw-West eindigt, MvdB) konden ze rustig ademhalen. Tot dat moment zaten ze bang in de tram.’
Behalve een hart onder de riem is zo’n persoonlijk bezoek ook een signaal aan de buurt: pas op, deze mensen zijn off limits. Het is een vorm van directe invloed die lokaal bestuurswerk volgens het tweetal dankbaarder maakt dan Kamerlid zijn.
Nog iets, zegt Dibi tegen zijn baas. Premier Mark Rutte is door Young Amsterdam, een lokaal jongerencollectief, gestrikt voor een live interview in een theater in Osdorp. Gelet op Ruttes oneliners door de jaren heen, van invechten tot oppleuren, kan dat een hete avond worden. ‘Wil jij hem ontvangen?’ vraagt Dibi. ‘Niet zo’n zin in, eigenlijk,’ zegt Ünver. Dibi: ‘De premier komt naar Nieuw-West…’ Ünver: ‘Ach.’
GRIJSTINTEN
Terwijl zijn baas buiten een ‘nicotineshot’ gaat halen, vertelt Dibi dat hij heeft genoten van het Pauw-televisiedebat tussen Rutte en Baudet aan de vooravond van de Europese verkiezingen. ‘Ik had heel lang geen politiek debat gekeken. I was ready. Dit soort lange debatten die echt ergens over gaan, mogen van mij veel vaker gehouden worden.’
Lachend zegt hij dat de social justice warriors hem voor die uitspraak zullen vermoorden, verwijzend naar de kritiek die op het organiseren van het debat werd geleverd. ‘Nee hoor, grapje. Ik ben een biculturele, cisgender, islamitische queer, mij behandelen ze met fluwelen handschoenen.’
Dibi rondt deze zomer een roman af over het fenomeen van social justice warriors, online activisten die aandacht vragen voor maatschappelijke ongelijkheid die met name minderheden raakt. Het monster van Woke Ness – ‘wokeness’ betekent zoveel als: je bewust zijn van ongelijkheid – moet in het najaar in de winkels liggen. Dibi wilde met het boek onderzoeken waarom social justice warriors mensen vaak kwaad maken. Zelf vindt hij dat hun inspanningen ten behoeve van minderheden soms doorschieten in ‘haat jegens witte mensen’.
‘Niet iedere zwarte vrouw heeft het moeilijk. Een queer vluchteling kan duizend keer weerbaarder zijn dan een witte oude man.’
Het schrijfproces nam een onverwachte wending. Dibi kwam erachter dat hij zich nog veel méér ergerde aan wat hij ‘het redelijke midden’ noemt: politici en anderen die verandering tegenhouden onder het mom van nuance en weloverwogenheid. Hij herinnerde zich dat schreeuwen soms nodig is. ‘Er is nooit een nette, stijlvolle manier geweest om dingen te veranderen. Dat is altijd messy geweest.’
Het ‘redelijke midden’ is bang de eigen machtspositie te verliezen, meent Dibi. Hun houding maakt die activisten, hoe irritant en dogmatisch ook, tot een noodzakelijk breekijzer. Al vindt hij het nog steeds ongezond wanneer zij mensen reduceren tot een categorie van slachtoffers, zonder de grijstinten op individueel niveau te willen zien. ‘Niet iedere zwarte vrouw heeft het moeilijk. Een queer vluchteling kan duizend keer weerbaarder zijn dan een witte oude man.’
SCHELDKANONNADES
Zelf is Tofik Dibi het mikpunt van zowel opiniemakers als een deel van de Marokkaans-Nederlandse jongeren, die in hem een gezamenlijke vijand vinden. Over de scheldkanonnades die hij online en op straat meemaakt, spreekt hij nonchalant. ‘Het raakt me veel minder dan vroeger.’ Onderkoeld vertelt hij dat hij op Koningsdag nog door een bekende rechtse Twitteraar uitgescholden werd – om later excuses te ontvangen via een DM op Instagram.
Zelf is Dibi online overigens geen heilige. Zo noemde hij voetbalanalist Johan Derksen na diens badinerende opmerkingen over homo’s een ‘grote rat’ en maakte hij op Twitter harde grappen over de hond van PVV-fractievertegenwoordiger Henk Bres. Niet meer dan reacties op eerder getreiter, werpt Dibi tegen. ‘Mensen hebben online heel lang achter mij aan gezeten, heel lang geprikt. Ik dacht steeds: ik ben stil, ik ben stil, ik sta erboven, ik sta erboven. En toen: nee. Ik kan ook vies doen.’
Maar toch: mensen voor rat uitmaken is niet erg ‘verbindend’. Dibi: ‘Ik sta er volledig achter. Die man verstaat mij pas als ik praat zoals hij praat.’ Ünver: ‘Johan is zoals die jongen in de wijk die pas luistert als je hem eerst een klap hebt gegeven.’
Emre Ünver: ‘Ik neem hem bewust niet mee naar elk ambtelijk overleg, want dan wordt hij ingekapseld. Op deze manier blijft hij mijn geweten.’ROZE AGENDA
Ook Emre Ünver krijgt het online regelmatig te verduren. Ünver is stelselmatig kritisch op Erdogan-aanhangers in de linkse politiek. Ook nam hij deel aan de Gay Pride in Turkije, duikend voor rubberen politiekogels, en breidt Nieuw-West onder zijn leiding de ‘roze agenda’ uit. Dingen die niet lekker liggen bij de conservatief-nationalistische segmenten van de Turkse gemeenschap. ‘Man, als je mij googelt… ik ben een landverrader, een afvallige.’
Op 16 maart 2014 werd hij fysiek belaagd door zijn haters. Turkse Nederlanders demonstreerden op het Leidseplein tegen president Erdogan. Aanleiding was de herdenking van een 15-jarige jongen die tijdens de massale Gezi-protesten in Turkije in 2013 werd gedood door een politiekogel.
‘Tijdens raadsvergaderingen had ik het over lantaarnpalen. Vervolgens ging ik demonstreren in het centrum, schreeuwend voor de rechten van de mens.’
Het was een periode waarin de activist in Ünver terugkeerde. ‘Tijdens raadsvergaderingen had ik het over lantaarnpalen. Vervolgens ging ik demonstreren in het centrum, schreeuwend voor de rechten van de mens. En daarna ging ik weer terug naar het stadhuis, voor de tweede termijn lantaarnpalen.’
Die dag op het Leidseplein kwamen er Turks-Nederlandse jongens op hem af. ‘Ik werd aan beide kanten vastgehouden, en de stoten begonnen al.’ (Zelf zeiden de jongens achteraf dat Ünver hen provoceerde.) Nu wordt Nederland wakker, dacht hij na afloop. ‘Maar Nederland werd niet wakker. “Turks raadslid in gevecht met Turkse jongeren” was een van de koppen. Als het een raadslid met een andere achternaam was geweest, had het hele land zich erop gestort. Je blijft van onze volksvertegenwoordigers af! Maar dat gebeurde niet. Want dit was een “Turks dingetje”. Toen knakte er iets bij mij.’
SODOM EN GOMORRA
Lunchtijd. We verplaatsen ons naar een tentje aan de overkant. Dibi neemt linzensoep, Ünver de omelet. Zonder ham. Hoewel hij geen praktiserend moslim is, krijgt hij bepaalde eetregels niet meer uit zijn systeem: ‘De geuren staan me gewoon tegen.’
Dibi is nog wat slap van de ramadan, die de dag ervoor is geëindigd. Hij komt niet verder dan een paar happen soep. Een paar dagen eerder had hij een nachtmerrie waarin hij per ongeluk tijdens de ramadan een snoepje at, waarop een Marokkaanse jongen op straat hem fotografeerde en exposete op Facebook.
Tijdens het eten vertelt het duo over de geloofsdiscussies die ze vroeger voerden. ‘We waren anti-autoritair,’ zegt Ünver. ‘Ik dacht: waarom zou ik een imam of geleerde zeggenschap geven over mijn leven?’ Hij ontdekte naar eigen zeggen dat veel islamitische dogma’s op basis van Koranpassages misverstanden zijn. ‘Ken je het verhaal van Sodom en Gomorra? Dat gaat helemaal niet over homoseksualiteit, maar over het verkrachten van reizigers!’ Religies varen op fake news, zegt Dibi.
Ünver rekent af. Het bonnetje gooit hij weg: voor de zekerheid declareert hij niets, ook al mag het. Hij weet dat journalisten erin kunnen duiken en wil zeker weten dat zijn record brandschoon is. ‘Daar weeg ik mijn achtergrond ook in mee.’
HOTSHOTS
Terwijl Dibi zich naar het Tuinstadhuis spoedt voor een overleg, maakt Ünver nog even een nicotinerondje op het plein. ‘Ik heb een stukje van mezelf in hem gezet, om het daar te bewaren,’ vertelt hij al wandelend. ‘Ik neem hem bewust niet mee naar elk ambtelijk overleg, want dan wordt hij ingekapseld. Op deze manier blijft hij mijn geweten.’
We lopen langs Café Plein 40-45, een bruine kroeg aan de voet van het Tuinstadhuis. Het interieur ademt de tijdloosheid van eenvoud. Piano in de hoek, kalender met foto’s van stamgasten boven de toog.
Toen Ünver net stadsdeelvoorzitter was, kwam hij hier regelmatig, want: bier. Rond het plein zitten verder vooral shisha-restaurants waar geen alcohol wordt geschonken.
‘Ik neem hem bewust niet mee naar elk ambtelijk overleg, want dan wordt hij ingekapseld. Op deze manier blijft hij mijn geweten.’
Voor het Tuinstadhuis staan we stil. Ünver zuigt de laatste rook uit zijn sigaret en wijst naar het Vrijheidscarillon, het klokkenspel waar Plein 40-45 bekend om is. Na het monument op de Dam was dit het tweede oorlogsmonument van Amsterdam. ‘In mijn begintijd ging ik twee keer per week de markt op, en een van de dingen die ik mensen vroeg, was of ze de naam van het plein begrepen. Tweederde wist het niet. Dat is niet goed. Heel veel eerste-generatie-gastarbeiders hebben dat gewoon nooit geleerd.’
Reden om in Nieuw-West een zo groots mogelijke 5 mei-viering te organiseren met veel hotshots. Ünver somt ze op: burgemeester Halsema, staatssecretaris Paul Blokhuis, en, het belangrijkst, oud-burgemeester Job Cohen – in Nieuw-West een held. ‘Men associeert Cohen met de tijd dat er nog mét hen werd gesproken, in plaats van óver hen.’
LEES OOKHoe Femke Halsema verbindend werd. 'Zodra ik mijn keten omhang verdwijnt de afstand'25 april 2019
Het carillon luidt half twee. ‘Ik wil ’m binnenkort laten oppimpen. Likje verf erop.’
VRIENDJESPOLITIEK
Een stadsdeelmedewerker omschrijft Dibi en Ünver als ‘onafscheidelijk’: ‘Dat maakt ze heel sterk, al kan het ook lastig zijn voor collega’s om ertussen te komen.’
Dibi mag zijn bestuursadviseursrol relatief vrij invullen. Zo schuift hij regelmatig aan bij zogeheten portefeuillehoudersoverleggen met collegeleden, wat niet gebruikelijk is. ‘Het is normaal meer ondergeschikt. Als ik voor Emre iets moet kopiëren, doe ik dat, maar ik zou dat niet snel voor iemand anders doen.’
Ünver: ‘We doen hetzelfde als toen we jongens waren. We hebben andere rollen, maar we voeren dezelfde strijd. Het is op het schoolplein blijven wanneer het nodig is: ja, we gaan klappen krijgen, maar we doen het samen. Dat is vriendschap.’
Van de associatie met ‘vriendjespolitiek’ zijn ze zich bewust. In het persbericht over Dibi’s aanstelling werd benadrukt dat deze de procedure had doorlopen. Ünver: ‘De schifting wordt gedaan door ambtenaren. Ik zit als stadsdeelvoorzitter pas aan het einde van het traject. Het enige wat ik doe, is het “klikgesprek”.’
‘Het is op het schoolplein blijven wanneer het nodig is: ja, we gaan klappen krijgen, maar we doen het samen. Dat is vriendschap.’
Hij tipte Dibi over de vacature en hield vanaf dat moment naar eigen zeggen afstand – ‘het zou dom zijn om iets geks te doen’ – al wist hij dat de kans groot was dat Dibi het zou worden. Want dat het zou klikken, wist hij al, ‘en er moest iets geks gebeuren, wanneer je kijkt naar zijn ervaring, als hij niet door de selectie zou komen.’ Dibi’s teammanager bevestigt desgevraagd dat de procedure volgens gemeentelijk protocol is verlopen.
Vriendschap in de politiek staat natuurlijk niet gelijk aan vriendjespolitiek. Maar de vraagtekens zijn begrijpelijk. In de politiek bestaat tot op zekere hoogte een ‘banencarrousel’, bleek uit onderzoek van Vrij Nederland.
LEES OOKSpelen politici elkaar baantjes toe? Op zoek naar de Haagse banendraaimolen23 november 2017
Dibi en Ünver werpen tegen dat Dibi met zijn zes jaar Tweede Kamer-ervaring feitelijk onder zijn niveau werkt. ‘Als ik echt in een baantjescarrousel had gezeten, had ik allang een veel hogere functie gehad. Echt, er zijn geen illuminati die mij een baantje bezorgen.’
Na zijn politieke loopbaan solliciteerde hij in de culturele sector, maar als voormalig uitgesproken Kamerlid had hij het idee dat hij damaged goods was. ‘Ik werd nergens uitgenodigd. Dat ik voor deze functie geschikt werd bevonden, was heel belangrijk voor mijn eigenwaarde.’
Dibi: ‘Ik houd niet van het mono-etnische’ Ünver: ‘Zorg dat verschillende groepen met elkaar een portiek delen.’ONGEGENEERD LINKS
Ook Ünver werd, toen hij na zijn raadsperiode solliciteerde op banen in het openbaar bestuur, zelden uitgenodigd. Eén werkgever gaf toe dat zijn uitgesproken politieke profiel een risico was. Hij raakte bezorgd. ‘Ik dacht: ik ga terug de wijk in, terug naar leven in een joggingbroek. Dat ene pak dat ik had gaat weer stof vangen.’
Tot wethouder Rutger Groot Wassink Ünver vroeg om stadsdeelvoorzitter te worden. De gewezen PvdA’er moest dat wel namens GroenLinks doen. Dat hij daarmee instemde vindt Ünver geen opportunisme, want hij had al eerder afstand genomen van de PvdA. ‘De laatste jaren werd ik steeds lastiger in de PvdA. Ik vond dat wij het aan onze stand verplicht waren om het sterkste geluid te zijn tegen het opkomende fascisme. In een sterk gepolariseerde setting moet je effe ophouden met nuances.’
Wat de sociaal-democraten niet deden, zag hij wel gebeuren bij het GroenLinks van Groot Wassink, vaandeldrager van de meest linkse vleugel van de partij. ‘Ik voelde bij hem weer de ruimte om mezelf te zijn, om ongegeneerd links te zijn. Die linkervuist in de lucht,’ zegt hij. ‘Rutger raakt mij meer dan Jesse Klaver.’
‘In een sterk gepolariseerde setting moet je kleur bekennen, en effe ophouden met nuances.’
Groot Wassink – ook wel ‘Lenin aan de Amstel’ genoemd – bekritiseerde Klavers leiderschap onlangs in Vrij Nederland.LEES OOKHoe GroenLinks een marketingmachine in dienst van de leider dreigt te worden20 juni 2019 De partijtop wilde niet dat de Amsterdamse afdeling van GroenLinks mee zou lopen in een antiracisme-demonstratie waarvan het organiserend comité zich tegen PVV en FvD had gekeerd. Ook de lokale SP en PvdA trokken zich om die reden terug. ‘Ik zag dat links weer aan het zwichten was voor druk vanuit rechts,’ zegt Ünver, die net als Groot Wassink ‘gewoon’ meeliep. ‘Ik laat die dag niet kapen.’
SAMEN EEN PLOFKRAAK DOEN
Om 14:00 uur leidt Ünver een ambtelijk overleg over ‘democratisering’. Van tevoren laat hij nog snel een beker automaatkoffie vollopen – nummer tien van vandaag.
Een van de agendapunten is een pilotproject met buurtbudgetten in de wijk Slotermeer-Noordoost. Bewoners kunnen ideeën indienen via een papieren formulier, internet of WhatsApp. Een spraakbericht appen mag ook – handig voor laaggeletterden. Het stadsdeel selecteert vervolgens veertig ideeën, waarover elke bewoner van 12 jaar en ouder mag stemmen. ‘Je geeft ze van jongs af aan mee dat ze iets te zeggen hebben,’ zegt de stadsdeelvoorzitter. ‘Ik vind het goud.’
Een van de categorieën is ‘Samen dingen doen’. ‘Dat kunnen ook foute dingen zijn, hè,’ zegt Dibi met een ingehouden lach. ‘Hmm, samen een plofkraak doen.’
Nieuw-West heeft met het project (budget: 500.000 euro) de primeur in Amsterdam. Ambtenaren met een allochtone achtergrond worden ingezet om de boodschap te verspreiden en om spraakberichtjes te vertalen. Om alle bewoners te bereiken, zal de site ook in het Turks, Arabisch en Engels beschikbaar worden.
Ter tafel komt de mogelijkheid dat dat laatste een backlash gaat veroorzaken. ‘Misschien moeten we daar alvast een antwoord op formuleren,’ zegt de perswoordvoerder. Dibi: ‘Je kunt zowel aan de Nederlandse geletterdheid werken als aan meedoen in de eigen taal. Dat sluit elkaar niet uit.’ Even klinkt hij weer als een Kamerlid dat een mediageniek betoog houdt. Een ambtenaar voegt toe dat ‘meedoen’ juist essentieel is voor het leren van de taal. Dibi: ‘Je weet ook dat als het alleen Engels was, niemand erover zou piepen.’
Een week na het overleg stelt de Amsterdamse VVD raadsvragen over het project: informatie in het Turks en Arabisch verstrekken geeft volgens de partij een verkeerd signaal af.
‘DIE GEK’
Rond vieren trekken Dibi en Ünver zich kort terug voor een gesprek onder vier ogen over het omstreden Cornelius Haga-lyceum in Nieuw-West, waarover de AIVD waarschuwde dat er salafistisch onderwijs werd gegeven. De islamitische school met grofgebekte directie (burgemeester Halsema werd ‘domme gans’ genoemd) is al maanden een hoofdpijndossier. Op het moment van schrijven is de school door de onderwijsinspectie vrijgepleit van salafisme, maar wel berispt om financieel wanbeleid en ondermaats burgerschapsonderwijs.
De mening van Dibi en Ünver over Haga is ambivalent. ‘Islamitisch onderwijs hoort bij Amsterdam, maar dat betekent niet dat iedereen die daar rondloopt oké is,’ zegt Dibi. (Eerder op de dag ging het kort over Haga-medestander en raadslid in Den Haag Arnoud van Doorn, aan wie het duo refereert als ‘die gek’.) ‘In het belang van de kinderen houden we wel altijd een oog in het zeil.’
‘Vroeger woonden hier alleen maar Nederlandse mensen, toen kwamen alle allochtone mensen, en nu komen de Nederlanders weer terug.’
Het loopt inmiddels tegen vijven. Ünver biedt een koud biertje aan uit de koelkast in zijn kantoor. Zelf heeft hij koffie gepakt. Nummertje veertien. Dibi adviseert hem om voor één doodsoorzaak te kiezen: of te veel sigaretten, of te veel koffie.
Buiten op Plein 40-45 wordt langzaam de markt afgebroken, om de volgende dag in de ochtendschemer weer te verrijzen. De markt is van levensbelang voor de vele buurtbewoners met een laag inkomen. Voor een paar euro kunnen ze hier groenten en fruit voor de hele week kopen. Er zijn messensets, theepotten en douchekoppen te koop en aan kledingrekken wapperen hijabs, lingerie en Fortnite-T-shirts.
De populariteit van het stadsdeel verandert het publiek, ook op de markt. Zoals een marktkoopman het zegt: ‘Vroeger woonden hier alleen maar Nederlandse mensen, toen kwamen alle allochtone mensen, en nu komen de Nederlanders weer terug.’
De uitbaatster van de bruine kroeg, die in de jaren negentig uit Libanon naar Nederland verhuisde, ziet de buurt veranderen. ‘Het is hier duurder geworden,’ zegt ze. ‘Er zijn, zeg maar, blanke mensen teruggekomen. ’s Avonds zie ik ze terugfietsen van het uitgaan. En veel jonge gezinnen. Ik houd daar wel van.’
WITTE BUBBELS
Nieuw-West gentrificeert. Nu het stadscentrum dichtslibt, trekken (hoogopgeleide) bewoners steeds meer richting de randen. Voormalige volksbuurten worden daardoor hip. De wijk Bos en Lommer, grenzend aan Nieuw-West, was niet zo lang geleden nog een zuiver achterstandsgebied. Inmiddels kun je in ‘BoLo’ minimalistisch filterkoffie drinken uit plexiglas kopjes. Voortekenen van een soortgelijke verhipping in Nieuw-West zijn de in 2016 op de grens van West en Nieuw-West geopende eet- en dans-hotspot De School, het vergelijkbare Radion dat sinds 2014 in Nieuw Sloten zit, en de dépendance die cultureel platform Pakhuis de Zwijger vorig jaar opende in Slotermeer.
LEES OOKEen etmaal kopje onder in De School, waar drugsgebruik en yoga hand in hand gaan27 oktober 2018
Is Bos en Lommer het droombeeld voor Nieuw-West? Néé, zeggen Dibi en Ünver in koor. Ongeremde gentrificatie is eerder een nachtmerriescenario. Dibi: ‘Het probleem is niet dat er nieuwe mensen komen – want ik houd niet van het mono-etnische – maar het wegdrukken van de oude. Het gevaar daarvan is dat je nieuwe achterstandswijken krijgt aan de buitenranden.’
‘Gentrificatie gaat verkeerd wanneer je een koffietent krijgt waar een jongen uit de wijk niet binnengaat omdat een bagel drie euro kost,’ vult Ünver aan. Hij waakt voor het ontstaan van ‘compounds’ waar relatief koopkrachtige en kosmopolitische nieuwkomers zich concentreren. ‘De economische vooruitgang moet iederéén ten goede komen.’
‘Het probleem is niet dat er nieuwe mensen komen, maar het wegdrukken van de oude.’
Hoogleraar diversiteit en onderwijs aan de Vrije Universiteit Maurice Crul waarschuwde onlangs in Het Parool dat autochtone Amsterdammers gemiddeld genomen het minst goed mengen van alle bevolkingsgroepen in Amsterdam en dat er ‘witte bubbels’ ontstaan. Nieuw-West strijdt tegen die scheidslijnen – tussen groepen onderling, maar ook tussen Nieuw-West en de rest van de stad.
Ünver: ‘Als er in mijn jeugd een diplomaat in de straat had gewoond, had dat mijn perspectief verbreed. Maar dat was niet zo. En er waren ook geen advocaten bij ons in de wijk.’ Die verbreding van perspectief werkt trouwens twee kanten op, zegt Dibi: ‘Het idee moet zijn dat de witte yup er net zo veel aan kan hebben om hier te komen als omgekeerd. En niet dat de witte yup hier de wereld komt redden.’
Het stadsdeelbestuur kan dit soort processen niet beheersen, maar wel beïnvloeden, zegt Ünver. Bijvoorbeeld door het bouwbeleid te sturen. ‘Het zit hem in hoe je de fysieke ruimte inricht, hoe je de nieuwbouw een plek geeft. Zorgen dat verschillende groepen met elkaar een portiek delen.’
En: ‘Zorgen dat ze elkaar groeten.’